Cameratoezicht op openbare plaatsen
Op straat hangen vaak camera’s. Bijvoorbeeld in uitgaansgebieden. Gemeenten mogen daar met camera’s toezicht houden. Vervolgens mag de politie de beelden bekijken en gebruiken. Dat gemeenten en de politie dit mogen, staat in de wet. Bedrijven en particulieren mogen niet zomaar filmen op openbare plaatsen.
Informatie voor professionals
Bent u professional en op zoek naar informatie over hoe cameratoezicht in de openbare ruimte wettelijk is geregeld? Bijvoorbeeld wie de verwerkingsverantwoordelijke is? Lees dan verder bij Vragen over cameratoezicht op openbare plaatsen.
Regulier cameratoezicht door gemeente en politie
De gemeente mag camera’s ophangen om toezicht te houden op openbare plaatsen ter handhaving van de openbare orde. De politie mag de beelden van de camera’s bekijken om te controleren of alles rustig en veilig verloopt op de plekken waar de camera’s staan of hangen. Gebeurt er iets, zoals een vechtpartij? Dan mag de politie de beelden ook gebruiken om de daders op te sporen.
De gemeente beslist over de inzet van het reguliere cameratoezicht, maar de politie is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de camerabeelden. Er zijn wel voorwaarden waar de gemeente en de politie zich aan moeten houden.
Incidenteel cameratoezicht door politie
De politie kan ook incidenteel en kortstondig (mobiel) cameratoezicht inzetten als daarvoor een concrete aanleiding bestaat. Bijvoorbeeld bij een risicowedstrijd in het betaalde voetbal, een demonstratie of (dreigende) rellen.
Mobiel of flexibel cameratoezicht
De gemeente en de politie mogen verplaatsbare of mobiele camera’s inzetten voor het toezicht. Zoals drones, camera’s op een verplaatsbare mast of op een rijdende auto. Ook hiervoor gelden voorwaarden. Het is extra belangrijk dat mensen goed worden geïnformeerd over het cameratoezicht, omdat ze het niet altijd verwachten of opmerken.
Camera's in reclamezuilen
Bedrijven mogen niet zomaar op openbare plaatsen voorbijgangers filmen met camera's in reclamezuilen of billboards. Wilt u als bedrijf weten wat de regels zijn? Zie dan: Mag ik als bedrijf volgens de AVG camera’s in reclamezuilen gebruiken?
Camera’s van particulieren
Mensen kunnen goede redenen hebben om een camera op te hangen bij hun huis, zoals een beveiligingscamera of een videodeurbel. Dat is ook niet verboden. Maar zij mogen daarbij de openbare weg in principe niet filmen. Zie verder: Camera's bij huis en bij de buren.
Bekijk binnen het onderwerp Cameratoezicht op openbare plaatsen
Nieuws
-
Nieuwsbericht / 21 december 2022Boete voor ontbreken risicoanalyse camera-auto’s Rotterdam
-
Persbericht / 21 juni 2021Privacytoezichthouders pleiten voor verbod op gezichtsherkenning
-
Nieuwsbericht / 18 juli 2019Guidelines over cameratoezicht open voor consultatie
Alle antwoorden op mijn vragenVragen over cameratoezicht op openbare plaatsen
-
Welke voorwaarden gelden voor de inzet van cameratoezicht in de openbare ruimte en voor de verwerking van camerabeelden?
Gemeenten mogen, als dat noodzakelijk is, camera’s gebruiken om toezicht te houden op openbare plaatsen en zo de openbare orde te handhaven (regulier cameratoezicht). De politie mag de camerabeelden gebruiken voor de handhaving van de openbare orde en, bij incidenten, om strafbare feiten op te sporen. De politie mag daarnaast incidenteel cameratoezicht inzetten bij een (dreigende) verstoring van de openbare orde. Er geldt wel een aantal voorwaarden voor het cameratoezicht op openbare plaatsen. Deze voorwaarden zijn afhankelijk van de grondslag voor de inzet van het cameratoezicht.
Eisen inzet regulier cameratoezicht door gemeente (artikel 151c van de Gemeentewet):
- Regulier cameratoezicht mag de gemeente alleen inzetten als is gebleken dat er in een bepaald gebied sprake is van een onveilige situatie of van regelmatige wanordelijkheden. En de inzet van het cameratoezicht noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde.
- Ook dient de inzet van het cameratoezicht niet op zichzelf te staan, maar gebeurt dit in combinatie met andere maatregelen. Zoals (betere) straatverlichting of toezicht op straat. Het cameratoezicht is onderdeel van een pakket aan maatregelen.
- De inzet van het cameratoezicht door de gemeente moet voldoen aan alle eisen van artikel 151c van de Gemeentewet.
- De verwerking van de camerabeelden door de politie moet voldoen aan alle eisen van de Wet politiegegevens.
Eisen inzet incidenteel cameratoezicht door politie (artikel 3 van de Politiewet)
- De politie mag incidenteel (mobiel) cameratoezicht inzetten, maar alleen als daarvoor een concrete aanleiding bestaat en de inzet noodzakelijk is om de openbare orde te handhaven. Zoals bij (dreigende) ordeverstoringen. Deze vorm van cameratoezicht is kortstondig en niet stelselmatig.
- De verwerking van de camerabeelden door de politie moet voldoen aan alle eisen van de Wet politiegegevens.
Voorwaarden voor de verwerking van camerabeelden
Zowel bij regulier cameratoezicht als bij incidenteel cameratoezicht is de verwerking van de camerabeelden een verwerking van politiegegevens die valt onder de Wet politiegegevens. Belangrijke voorwaarden hierbij zijn:
- Noodzakelijkheid
De verwerking van de camerabeelden moet noodzakelijk zijn voor het doel waarvoor het cameratoezicht wordt ingezet. En dit doel kan niet met minder vergaande maatregelen worden bereikt. - DPIA
Voorafgaand aan de verwerking van de camerabeelden moet een data protection impact assessment (DPIA) worden uitgevoerd. Een DPIA is namelijk verplicht als persoonsgegevens worden verwerkt om op grote schaal en systematisch mensen te volgen in een publiek toegankelijk gebied. De korpschef is verantwoordelijk voor de uitvoering van de DPIA. Het ligt daarbij voor de hand dat de korpschef samenwerkt met de burgemeester die heeft besloten het cameratoezicht in te zetten.
Zo nodig dient de korpschef ook een verzoek om een voorafgaande raadpleging in bij de Autoriteit Persoonsgegevens. - Informatieplicht
Op grond van de Wet politiegegevens moet de politie betrokkenen informeren over de verwerking van de camerabeelden. Daarbij moet de politie bijvoorbeeld informatie geven over het doel van de verwerking en over de privacyrechten van betrokkenen, zoals het recht op inzage. Op grond van de Gemeentewet moet de aanwezigheid van camera’s op duidelijke wijze kenbaar zijn voor iedereen die het gebied betreedt waar het cameratoezicht plaatsvindt. De gemeente kan bijvoorbeeld een bord ophangen dat mensen informeert over het cameratoezicht. Politie en gemeente kunnen afspraken maken over de uitvoering van deze informatieplicht. - Bewaartermijnen
De politie mag de camerabeelden niet langer bewaren dan noodzakelijk is voor het doel waarvoor ze zijn gemaakt.
Gaat het om camerabeelden die zijn gemaakt met regulier cameratoezicht (op grond van artikel 151c van de Gemeentewet)? Dan mogen de beelden maximaal 4 weken worden bewaard. Als er concrete vermoedens zijn dat er strafbare feiten op de camerabeelden staan, dan mag de politie de beelden langer bewaren om die strafbare feiten op te sporen.
Ook voor de camerabeelden die de politie maakt met incidenteel cameratoezicht (op grond van artikel 3 van de Politiewet) geldt dat deze niet langer mogen worden bewaard dan nodig is voor het doel waarvoor ze zijn gemaakt. De regels staan in de Wet politiegegevens. - Beveiliging van en toegang tot de camerabeelden
De politie moet passende beveiligingsmaatregelen nemen om te zorgen dat de camerabeelden niet onrechtmatig of ongeoorloofd worden verwerkt. Alleen personen die de korpschef (als verwerkingsverantwoordelijke) autoriseert, hebben toegang tot de beelden. - Verwerkers
Als de politie verwerkers inschakelt, bijvoorbeeld een externe partij die de camerabeelden uitkijkt, dan moet de politie met hen een verwerkersovereenkomst afsluiten. De externe partij handelt vervolgens uitsluitend onder instructie van de politie.
Naast bovenstaande eisen gelden uiteraard ook alle andere voorwaarden en verplichtingen uit de Wet politiegegevens voor de verwerking van de camerabeelden.
-
Mogen mobiele camera’s, zoals drones of rijdende camera’s, worden ingezet voor handhaving van de openbare orde?
Om de openbare orde te handhaven kunnen gemeenten en de politie mobiel of flexibel cameratoezicht inzetten. Zoals drones, camera’s die op een auto zijn bevestigd of camera’s die op een verplaatsbare mast zijn gemonteerd. Daarbij is van belang op welke wettelijke grondslag de inzet van cameratoezicht is gebaseerd. Die grondslag bepaalt namelijk mede welke eisen er gelden voor de inzet van het toezicht en de verwerking van de beelden.
Mobiel cameratoezicht door de gemeente
De burgemeester kan mobiel of flexibel cameratoezicht inzetten op grond van artikel 151c van de Gemeentewet. Dan moet aan alle voorwaarden zijn voldaan die ook gelden voor regulier vast cameratoezicht. Voor mobiel cameratoezicht gelden dus dezelfde voorwaarden als voor camera’s op een vaste plek.
Dat betekent onder andere dat de burgemeester eerst moet bepalen of de inzet van camera’s wel noodzakelijk is voor het te bereiken doel. En of dit doel niet met minder ingrijpende maatregelen te bereiken is.
Mobiel cameratoezicht door de politie
De politie kan incidenteel mobiel of flexibel cameratoezicht inzetten op grond van artikel 3 van de Politiewet, als dit noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde. Dit mag alleen als daarvoor een concrete aanleiding bestaat. Ook hier geldt dat het doel waarvoor de camera’s worden ingezet niet met minder ingrijpende middelen kan worden bereikt.
Bij onvoorziene ordeverstoringen of bij (de vrees voor) ordeverstoringen van tijdelijke aard kan cameratoezicht op grond van artikel 3 van de Politiewet worden ingezet. Zoals een risicowedstrijd in het betaalde voetbal, bij (dreigende) rellen, bij evenementen of bij demonstraties.
Deze vorm van incidenteel cameratoezicht mag alleen kortstondig worden toegepast en niet stelselmatig plaatsvinden.
Camerabeelden zijn politiegegevens
De verwerking van de camerabeelden die worden gemaakt met deze vormen van mobiel cameratoezicht (dus zowel op grond van artikel 151c van de Gemeentewet als op grond van artikel 3 van de Politiewet), valt onder de Wet politiegegevens. De camerabeelden zijn daarom politiegegevens.
Korpschef is verwerkingsverantwoordelijke
Dit betekent dat de korpschef verwerkingsverantwoordelijk is voor de verwerking van de camerabeelden die op grond van de Gemeentewet of de Politiewet bijvoorbeeld met drones of rijdende camera’s worden gemaakt.
De korpschef is er ook voor verantwoordelijk dat de verwerking van deze camerabeelden voldoet aan de regels van de Wet politiegegevens.
Mensen informeren
Bij mobiel cameratoezicht kunnen er camerabeelden worden gemaakt op plaatsen waar mensen dat niet verwachten of zonder dat zij dit merken. Een drone of een auto met camera kan daardoor een grotere inbreuk maken op hun persoonlijke levenssfeer dan een statische camera.
Het is daarom bij mobiel cameratoezicht extra belangrijk dat het publiek goed wordt geïnformeerd over het cameratoezicht. Mensen moeten weten dat zij gefilmd kunnen worden. -
Moet ik als gemeente een DPIA uitvoeren als ik cameratoezicht wil inzetten in het gemeentehuis?
Wilt u als gemeente camera’s ophangen in het voor het publiek toegankelijke deel van uw gemeentehuis? Met als doel uw eigendommen, bezoekers en personeel te beschermen? En wilt u deze camera’s langere tijd of structureel gebruiken? Dan moet u eerst een data protection impact assessment (DPIA) uitvoeren.
DPIA bij cameratoezicht
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft een lijst opgesteld met verwerkingen waarvoor een DPIA verplicht is.
Een van de genoemde verwerkingen is cameratoezicht. Het gaat dan om camera’s, webcams of drones die worden gebruikt voor grootschalige verwerkingen en/of stelselmatige monitoring van openbaar toegankelijke ruimten.
Cameratoezicht in gemeentehuis
Wanneer u als gemeente camera’s wilt ophangen in uw gemeentehuis, verwerkt u waarschijnlijk op grote schaal persoonsgegevens.
Bovendien zal uw cameratoezicht al snel neerkomen op stelselmatige monitoring. Hiervan is sprake als u de camera’s structureel of gedurende een langere periode inzet.
Tot slot is het voor het publiek toegankelijke deel van een gemeentehuis een openbaar toegankelijke ruimte. Mensen zijn namelijk in het algemeen vrij om hier in en uit te lopen.
Cameratoezicht op werkplek
Let op: wilt u als gemeente (ook) cameratoezicht inzetten op de werkplekken van uw medewerkers? Ook dan moet u eerst een DPIA uitvoeren. Voor meer informatie, zie: Cameratoezicht op de werkplek.
-
Wie is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van beelden die met cameratoezicht door de overheid in de openbare ruimte zijn gemaakt?
Bij het cameratoezicht in de openbare ruimte om de openbare orde te handhaven, spelen de gemeente en de politie beide een rol. De burgemeester beslist, samen met de gemeenteraad, over de inzet van het reguliere cameratoezicht, maar de politie is verantwoordelijk voor de verwerking van de camerabeelden. De burgemeester is daarom in politiek-bestuurlijke zin verantwoordelijk voor het cameratoezicht, maar is niet de verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de camerabeelden. Dat is de korpschef van de politie. Hieronder leest u waarom.
Burgemeester beslist over inzet
Gemeenten kunnen cameratoezicht inzetten om toezicht te houden op openbare plaatsen als dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde. Artikel 151c van de Gemeentewet bevat hiervoor de regels. De burgemeester beslist, samen met de gemeenteraad, in welke gevallen, waar en hoe lang cameratoezicht wordt ingezet. Als u het niet eens bent met het besluit om op een bepaalde plaats toezichtscamera’s te plaatsen, dan kunt u bezwaar maken tegen dit besluit van de burgemeester.
Camerabeelden zijn politiegegevens
Volgens de Gemeentewet valt de verwerking van de camerabeelden onder de Wet politiegegevens. Dit betekent dat de camerabeelden politiegegevens zijn.
Verwerking van politiegegevens
Hoewel de burgemeester beslist over de inzet van het reguliere cameratoezicht op grond van artikel 151c van de Gemeentewet, is hij niet de verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de camerabeelden. Wie voor de verwerking van politiegegevens de verwerkingsverantwoordelijke is, staat in de Wet politiegegevens. In dit geval is dat de korpschef van de politie. Dat de verwerking van de camerabeelden onder de Wet politiegegevens valt, betekent ook dat die verwerking aan de eisen van de Wet politiegegevens moet voldoen. Bijvoorbeeld dat de politie een data protection impact assessment (DPIA) moet opstellen voordat met de verwerking van de camerabeelden wordt begonnen.
De politie mag de camerabeelden bekijken en gebruiken voor de handhaving van de openbare orde. Bijvoorbeeld om onveilige situaties of regelmatige wanordelijkheden tegen te gaan. Als er op de camerabeelden incidenten zijn vastgelegd, zoals een vechtpartij, mag de politie de camerabeelden ook gebruiken om de daders van strafbare feiten op te sporen.
Incidenteel cameratoezicht door politie: camerabeelden ook politiegegevens
De politie kan ook incidenteel cameratoezicht inzetten op grond van artikel 3 van de Politiewet als daarvoor een concrete aanleiding bestaat en het noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde.
Bijvoorbeeld bij onvoorziene ordeverstoringen of (de vrees voor) ordeverstoringen van tijdelijke aard, zoals een risicowedstrijd in het betaalde voetbal, bij (dreigende) rellen, bij evenementen of bij demonstraties.Ook bij dit incidentele cameratoezicht valt de verwerking van de camerabeelden onder de Wet politiegegevens. De korpschef van de politie is de verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de camerabeelden (politiegegevens), en de verwerking moet voldoen aan de eisen van de Wet politiegegevens.
Korpschef is verwerkingsverantwoordelijke
De Gemeentewet bepaalt dat de beelden uit cameratoezicht op openbare plaatsen politiegegevens zijn die onder de Wet politiegegevens vallen en door de politie worden verwerkt. De Wet politiegegevens bepaalt dat de korpschef van de politie de verwerkingsverantwoordelijke is voor de verwerking van de camerabeelden.
De korpschef is namelijk bij wet aangewezen als verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van politiegegevens bij de politie. Doordat de wetgever heeft bepaald wie verwerkingsverantwoordelijke is voor de verwerking van politiegegevens bij de politie, doet het niet meer ter zake wie in de praktijk het doel van en de middelen voor de verwerking heeft bepaald.
De korpschef van de politie is er daarom voor verantwoordelijk dat de verwerking van de camerabeelden voldoet aan alle vereisten van de Wet politiegegevens. Hij moet dat ook kunnen aantonen.
Verstrekking van camerabeelden
De politie mag de camerabeelden alleen verstrekken als dit op grond van de Wet politiegegevens is toegestaan. De gemeente heeft dus niet zomaar toegang tot de camerabeelden en de politie moet hierop toezien.
Uitvoeren DPIA
Dat de korpschef de verwerkingsverantwoordelijke is, betekent ook dat hij verantwoordelijk is voor het uitvoeren van een DPIA. Dit moet gebeuren voordat met het cameratoezicht en dus met de verwerking van de camerabeelden wordt gestart. Omdat de burgemeester bij regulier cameratoezicht onder andere beslist over de plaats van het cameratoezicht en de duur, ligt het voor de hand dat de korpschef de burgemeester betrekt bij het uitvoeren van de DPIA.
Afspraken met de gemeente
Ook ligt het voor de hand dat de politie en de gemeente nauw contact hebben over de uitvoering van het cameratoezicht. Bijvoorbeeld over het informeren van burgers. Op grond van de Gemeentewet moet de gemeente duidelijk aangeven waar camera’s hangen. De politie moet op grond van de Wet politiegegevens betrokkenen informeren over de verwerking van politiegegevens (de camerabeelden) en over hun privacyrechten. Denk aan het inzagerecht.
-
Moet ik mij aan de privacywet houden als ik zelf camerabeelden maak?
Bent u een particulier en maakt u zelf cameraopnames voor huiselijk gebruik? Dan is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in principe niet van toepassing.
Openbare ruimte
De AVG is wél van toepassing als u delen van de openbare ruimte filmt voor beveiliging. Bijvoorbeeld als u een camera in uw tuin heeft om uw woning te beveiligen en deze camera ook de openbare weg filmt die aan de tuin grenst.
U mag alleen dát deel van de openbare weg filmen dat noodzakelijk is om uw woning te beveiligen.
Camerabeelden publiceren
De AVG is ook van toepassing als u de beelden voor een onbeperkt aantal mensen beschikbaar maakt. Bijvoorbeeld als u de camerabeelden op internet plaatst.
U heeft toestemming van de mensen op de beelden nodig om de beelden online te plaatsen.
Alle antwoorden op mijn vragenVragen over camera's in reclamezuilen
-
Hoe weet ik dat ik als voorbijganger wordt gefilmd door een camera in een reclamezuil en mag dit zomaar?
Dat kunt u als voorbijganger niet weten, maar dit mag niet zomaar. U moet toestemming geven voordat camera’s van reclamezuilen u in de openbare ruimte mogen filmen.
Die toestemming moet u vrij kunnen geven en specifiek zijn. De informatie die u krijgt moet helder en begrijpelijk zijn. Het moet duidelijk zijn voor welke gegevens je toestemming geeft en voor welk specifieke doel de gegevens worden gebruikt door de adverteerder.
Een beeldscherm-exploitant kan dit bijvoorbeeld doen door u via een QR-code of een app toestemming te vragen, waarna de camera pas inschakelt.
-
Mag ik als bedrijf volgens de AVG camera's in reclamezuilen gebruiken?
Het observeren van mensen via camera’s in reclamezuilen mag alleen onder bepaalde voorwaarden.
Beeldscherm-exploitanten gebruiken camera’s in reclamezuilen om bijvoorbeeld mensen te tellen of om advertenties af te stemmen op kenmerken van de voorbijganger.
Verwerking persoonsgegevens
Als camera's worden gebruikt voor observatie in digitale billboards, zal meestal sprake zijn van een verwerking van persoonsgegevens, aangezien personen vaak herkenbaar in beeld worden gebracht.
Het is bijna nooit zo dat bij cameratoezicht geen persoonsgegevens worden verwerkt. Dat is alleen het geval wanneer de camera heel lage kwaliteit infraroodbeelden maakt, waarmee het absoluut niet mogelijk is om mensen herkenbaar in beeld te brengen. In dat geval kunnen de camera’s alleen mensen ‘tellen’.
Als mensen herkenbaar in beeld komen, is er sprake van een verwerking van persoonsgegevens. Dat betekent dat de AVG van toepassing is. Dat is zeker het geval wanneer camera’s speciaal de kenmerken van de voorbijganger registreren, om bijvoorbeeld iemand die een bril draagt een passende advertentie te laten zien.
Toestemming
De beeldscherm-exploitant moet een grondslag hebben om persoonsgegevens te mogen verwerken. Uitzonderingen daargelaten, is de grondslag ‘toestemming’ de meest kansrijke grondslag volgens de normuitleg van de AP.
Die toestemming moet vrij gegeven worden en specifiek zijn. Het moet duidelijk zijn voor welke gegevens iemand toestemming geeft en voor welk specifieke doel de gegevens worden gebruikt door de adverteerder.
Een beeldscherm-exploitant kan dit bijvoorbeeld doen door een voorbijganger via een tussenstap met een QR-code of een app toestemming te vragen waarna de camera pas inschakelt.
Normuitleg
De AP heeft in een brief aan de branche de regels in de privacywetgeving voor het verwerken van persoonsgegevens via camera’s in reclamezuilen uitgelegd. De branche kan met deze normuitleg kijken of hun manier van werken voldoet aan de eisen of dat ze deze moet aanpassen.
-
Ik anonimiseer als bedrijf de camerabeelden van voorbijgangers meteen, verwerk ik dan persoonsgegevens?
Ja, ook als de beelden van de camera onmiddellijk worden geanonimiseerd en dus bijvoorbeeld alleen het aantal voorbijgangers wordt vastgelegd, is sprake van een verwerking van persoonsgegevens.
Verwerken van persoonsgegevens betekent naast het verzamelen ook het wissen of vernietigen van persoonsgegevens. Dat betekent dat de AVG van toepassing is en dat er een grondslag moet zijn om persoonsgegevens te mogen verwerken.
-
Kan ik als bedrijf bij het gebruik van camera's in reclamezuilen mij beroepen op de grondslag gerechtvaardigd belang?
Ja, dat kan. Maar een private partij die werkt in de openbare ruimte, niet zijnde in privaat eigendom, zal niet snel de grondslag gerechtvaardigd belang kunnen hebben.
Bij de gegevensverwerking door reclamezuilen met camera’s in de openbare ruimte gaat het bijvoorbeeld niet om het beschermen van het private eigendom. Als dat wel het geval is, zou nagegaan kunnen worden of een beroep op gerechtvaardigd belang aan de orde kan zijn.
U kunt voor de verwerking van persoonsgegevens via camera's in reclamezuilen vrijwel alleen een geslaagd beroep doen op de grondslag toestemming.
-
Kan ik als bedrijf bij het gebruik van camera's in reclamezuilen mij beroepen op de grondslag uitvoering overeenkomst?
Als u persoonsgegevens verwerkt via camera's in reclamezuilen kunt u zich in theorie beroepen op de grondslag uitvoering overeenkomst. Bijvoorbeeld in het geval wanneer een betrokkene een app installeert met informatie over winkelvoorzieningen in een bepaald gebied.
De betrokkene moet dan via de app wel eerst toestemming geven om zijn of haar locatiegegevens te gebruiken. Daarbij moet het duidelijk zijn dat die gegevens verwerkt worden om gerichte aanbiedingen op de reclamezuil te tonen als de betrokkene daar langsloopt.
Publicaties
- Besluit / 21 december 2022DownloadenPDFBesluit boete mobiele camera-auto's Rotterdam
- Rapport / 21 december 2022DownloadenPDFOnderzoeksrapport mobiele camera-auto's Rotterdam