Voorwaarden cameratoezicht op openbare plaatsen
Welke voorwaarden gelden voor cameratoezicht op openbare plaatsen, verschilt per situatie. Zo gelden er andere voorwaarden voor regulier (‘normaal’) cameratoezicht dan voor incidenteel cameratoezicht. Ook maakt het verschil of het om vaste camera’s gaat of om mobiele of flexibele camera’s.
Op deze pagina
Cameratoezicht voor handhaving openbare orde
De gemeente mag camera’s ophangen om toezicht te houden op openbare plaatsen, met als doel de openbare orde te handhaven. De politie mag de beelden van de camera’s bekijken om te controleren of alles rustig en veilig verloopt op de plekken waar de camera’s staan of hangen. Gebeurt er iets, zoals een vechtpartij? Dan mag de politie de beelden ook gebruiken om de daders op te sporen.
De gemeente beslist over de inzet van het reguliere cameratoezicht, maar de politie is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de camerabeelden.
Er geldt een aantal eisen aan het cameratoezicht op openbare plaatsen.
- Regulier cameratoezicht mag de gemeente alleen inzetten als er in een bepaald gebied sprake is van een onveilige situatie of als er regelmatige wanordelijkheden zijn. En als de inzet van het cameratoezicht noodzakelijk is om de openbare orde te handhaven.
- De inzet van het cameratoezicht mag niet op zichzelf staan. De gemeente moet ook andere maatregelen nemen. Zoals (betere) straatverlichting of toezicht op straat. Het cameratoezicht is dan dus onderdeel van een groter pakket aan maatregelen.
- De inzet van het cameratoezicht door de gemeente moet voldoen aan alle eisen van artikel 151c van de Gemeentewet.
- De verwerking van de camerabeelden door de politie moet voldoen aan alle eisen van de Wet politiegegevens (Wpg).
Is een inwoner het niet eens met het besluit van de gemeente om op een bepaalde plaats camera’s te plaatsen? Dan kan die persoon bezwaar maken bij de gemeente.
Mobiel of flexibel regulier cameratoezicht
De burgemeester kan mobiel of flexibel cameratoezicht inzetten op grond van artikel 151c van de Gemeentewet. Zoals drones, camera’s die op een auto zijn bevestigd of camera’s die op een verplaatsbare mast zijn gemonteerd. Ook dan moet het cameratoezicht voldoen aan de hiervoor genoemde voorwaarden.
Bij flexibel cameratoezicht kunnen mensen zich sneller gevolgd voelen dan bij normaal cameratoezicht. Ook als het binnen een aangegeven gebied is. Camera’s kunnen immers snel en eenvoudig worden verplaatst. Heldere communicatie over de noodzaak van de flexibele camera’s in dat gebied (gebiedsaanwijzing) is daarom heel belangrijk.
Incidenteel cameratoezicht bij verstoringen openbare orde
De politie mag incidenteel cameratoezicht inzetten bij (dreigende) verstoringen van de openbare orde. Er is dan een concrete aanleiding. Bijvoorbeeld bij een risicowedstrijd in het betaalde voetbal, een demonstratie of (dreigende) rellen.
De inzet van incidenteel cameratoezicht moet aan een aantal eisen voldoen.
- De politie mag incidenteel (mobiel) cameratoezicht inzetten, maar alleen als daarvoor een concrete aanleiding bestaat en de inzet noodzakelijk is om de openbare orde te handhaven. Zoals bij (dreigende) ordeverstoringen. Deze vorm van cameratoezicht is kortdurend.
- De verwerking van de camerabeelden door de politie moet voldoen aan alle eisen van de Wpg.
- Zet de politie (of ambulancepersoneel of brandweer) bodycams in om zichzelf tegen geweld te beschermen? Dan gaat het om de beveiliging van personeel. De AVG is dan van toepassing.
Mobiel of flexibel incidenteel cameratoezicht
De politie kan incidenteel mobiel of flexibel cameratoezicht inzetten op grond van artikel 3 van de Politiewet, als dit noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde. Ook dan gelden de hiervoor genoemde eisen.
Let op: Mensen moeten weten dat zij gefilmd kunnen worden. Een drone of een auto met camera kan een grotere inbreuk maken op hun persoonlijke levenssfeer dan een vaste camera. Het is daarom extra belangrijk dat mensen goed worden geïnformeerd over het cameratoezicht, omdat ze het niet altijd verwachten of opmerken.
Bekijk ook
Waar te vinden?
Artikel 3 van de Politiewet