Vergroot contrast

Wetten

De taak van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is toezien of organisaties zich houden aan de wet- en regelgeving voor het gebruik van persoonsgegevens.

Er zijn veel wetten, besluiten en regelingen die de verwerking van persoonsgegevens regelen. De 6 belangrijkste wetten waarop de AP toezicht houdt zijn:

  • Algemene verordening gegevensbescherming (AVG);
  • Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG);
  • Wet politiegegevens;
  • Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
  • Kieswet (voor zover het gaat om verwerking van persoonsgegevens voor verkiezingen in het Europese deel van Nederland);
  • Wet basisregistratie personen.

Zie hieronder voor een korte uitleg van elk van deze wetten.

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) zijn de belangrijkste regels voor de omgang met persoonsgegevens in Nederland vastgelegd. Voorheen was dat in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).

Vanaf 25 mei 2018 is de AVG van toepassing. Dat betekent dat er sinds die datum dezelfde privacywetgeving geldt in de hele Europese Unie.

Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG)

De AVG is rechtstreeks van toepassing in Nederland. Daar waar de AVG ruimte laat voor nationale keuzes bij de uitvoering van de AVG, zijn deze ingevuld in de Uitvoeringswet AVG (UAVG).

Richtlijn gegevensbescherming door politie en justitie

Naast de AVG is er een aparte richtlijn voor gegevensbescherming door politie en justitie (Richtlijn 2016/680).

Deze richtlijn geeft regels voor de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten om strafbare feiten te voorkomen, te onderzoeken, op te sporen en te vervolgen en om straffen uit te voeren. Ook ziet de richtlijn op het vrije verkeer van die gegevens.

In Nederland is de richtlijn per 1 januari 2019 geïmplementeerd in de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg).

Wet politiegegevens (Wpg)

De politie gebruikt allerlei persoonsgegevens om politietaken goed te kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld om daders van strafbare feiten op te sporen. De bescherming van persoonsgegevens bij de politie is geregeld in de Wet politiegegevens (Wpg).

De Wpg regelt de verwerking van politiegegevens door de Nationale Politie, de bijzondere opsporingsdiensten, de Koninklijke marechaussee en de Rijksrecherche. De Wpg is ook van toepassing op taken die de politie uitvoert voor justitie.

Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens

Justitie verzamelt allerlei persoonsgegevens om strafbare feiten op te sporen, te vervolgen en af te doen. Ook verwerkt justitie persoonsgegevens om een verklaring omtrent het gedrag (VOG) af te kunnen geven.

De Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) regelt het verwerken van justitiële gegevens (in persoonsdossiers) en voor de VOG. De wet regelt ook de verwerking van strafvorderlijke gegevens.

De AP houdt toezicht op de verwerking van justitiële gegevens op basis van deze wet.

Wet basisregistratie personen

In de basisregistratie personen (BRP) zijn persoonsgegevens opgenomen van de inwoners van Nederland. De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) regelt het juiste gebruik van deze gegevens. Daarbij gaat het onder meer om de handelswijze van gemeenten bij het opnemen, wijzigen en verstrekken van persoonsgegevens in de BRP.

In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat een aantal aanvullende regels voor het verwerken van persoonsgegevens bij de BRP. Het gaat om situaties die niet in de Wet BRP zelf zijn geregeld. Zie verder: Welke AVG-plichten heb ik als gemeente bij de BRP?

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

De belangrijkste regels voor de omgang met persoonsgegevens in Nederland zijn vastgelegd in de AVG.

Lees meer over Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Internationale privacywetgeving

De bescherming van persoonsgegevens is niet overal ter wereld hetzelfde geregeld als in de Europese Unie.

Lees meer over Internationale privacywetgeving