Een zwarte lijst delen

Het gebruik van een gedeelde zwarte lijst heeft grotere gevolgen voor de privacy van de mensen die op de lijst staan. Daarom gelden strengere eisen voor het delen van een zwarte lijst dan voor intern gebruik.

Op deze pagina

Voorwaarden delen zwarte lijst

Welke eisen precies gelden, hangt ervan af of er strafrechtelijke gegevens op uw zwarte lijst staan.

Eisen zwarte lijst zonder strafrechtelijke gegevens

Wilt u een zwarte lijst delen waarop geen strafrechtelijke gegevens staan? Dan gelden de volgende eisen:

  • U moet beoordelen of sprake is van een zodanig belang dat dit een dergelijk grote inbreuk op de privacy van betrokkenen rechtvaardigt.
  • U moet de criteria voor plaatsing op de zwarte lijst duidelijk omschrijven en vastleggen. En transparant maken voor diegenen die op de lijst (kunnen) komen te staan. Dit kunt u bijvoorbeeld doen in een protocol. Bepaal ook zorgvuldig welke bewaartermijnen en waarborgen u hanteert.

Eisen zwarte lijst met strafrechtelijke gegevens

Wilt u een zwarte lijst delen waarop strafrechtelijke gegevens staan? Dan moet u een vergunning aanvragen bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), tenzij voor u een uitzondering geldt op de vergunningplicht. Voordat de vergunning is verleend, mag u de zwarte lijst nog niet delen. 

Heeft de AP uw zwarte lijst voor 25 mei 2018 goedgekeurd via een voorafgaand onderzoek? Dan is het toenmalige besluit van goedkeuring (rechtmatigheidsbesluit) van de AP automatisch omgezet in een vergunning. U hoeft dan geen vergunning aan te vragen bij de AP.

Tenzij aan het rechtmatigheidsbesluit van destijds een geldigheidstermijn verbonden is. Dan moet u, als u wilt verdergaan met de verwerking, wél een vergunning aanvragen bij de AP voordat deze termijn is verlopen.

Cross-sectorale zwarte lijst

Voor het delen van een zwarte lijst met andere sectoren (cross-sectorale zwarte lijst) zijn de regels nog strenger dan voor het delen van een zwarte lijst binnen de eigen sector. Een cross-sectorale zwarte lijst is alleen in zeer uitzonderlijke gevallen toegestaan.

In de Handreiking cross-sectorale gegevensdeling tussen private partijen heeft de AP een beknopt overzicht opgesteld van de belangrijkste AVG-normen waaraan cross-sectorale zwarte lijsten minimaal moeten voldoen.

Protocol zwarte lijst

In het protocol bij uw zwarte lijst omschrijft u hoe u de persoonsgegevens gaat verwerken. U geeft aan hoe uw voorgenomen gegevensverwerking voldoet aan de eisen uit de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet AVG (UAVG). U maakt de algemene normen uit de AVG concreter door deze praktisch te vertalen.

U heeft het protocol nodig als u een vergunning aanvraagt bij de AP.

Deelnemen aan bestaande zwarte lijst

Wilt u zich aansluiten bij een bestaande zwarte lijst waarbij strafrechtelijke gegevens worden gedeeld? Dan moet u een vergunning aanvragen bij de AP, tenzij u daarvan bent uitgezonderd. Dit geldt ook als de AP al een vergunning heeft afgegeven aan andere deelnemers aan de zwarte lijst. U bent immers zelf verwerkingsverantwoordelijke voor uw verwerking.

Collectief winkelverbod en collectieve horecaontzegging

Als winkelier of horecaondernemer kunt u deelnemen aan een collectief winkelverbod of een collectieve horecaontzegging in een bepaald winkelgebied of uitgaansgebied. U moet dan een vergunning aanvragen bij de AP.

Voor de sectoren detailhandel en horeca heeft de AP door de brancheorganisaties opgestelde modelprotocollen en model-DPIA's beoordeeld. Volgt u een van de modelprotocollen? Dan hoeft u niet zelf een protocol op te stellen. En kunt u de procedure bij de AP voor uw vergunning sneller doorlopen. U moet zich dan wel volledig houden aan alle eisen die in het modelprotocol staan.

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en de lokale afdelingen van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) coördineren de vergunningaanvragen in uw winkel- of uitgaansgebied. Op de websites van deze organisaties vindt u daarover meer informatie: