Autoriteit Persoonsgegevens reageert op wetsvoorstel inlichtingen- en veiligheidsdiensten
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is van mening dat het wetsvoorstel ‘Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..’ nog niet aan de voorwaarden uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) voldoet. “Dit wetsvoorstel biedt de diensten nieuwe bevoegdheden die vergaande gevolgen hebben voor de persoonlijke levenssfeer van mensen. Als de bevoegdheden van de diensten inderdaad worden versterkt, moeten de waarborgen tegen disproportionele inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en het toezicht op de diensten evenzeer worden versterkt. Dat is met dit wetsvoorstel nog niet het geval”, aldus Wilbert Tomesen, vice-voorzitter van de AP. Tomesen neemt op uitnodiging van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken deel aan het rondetafelgesprek over het wetsvoorstel dat vanmiddag in de Tweede Kamer plaatsvindt.
De AP baseert haar reactie op het EVRM, dat direct van toepassing is op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Uit het EVRM vloeien vier voorwaarden voort waaraan het wetsvoorstel moet voldoen. De AP is van mening dat belangrijke onderdelen van het wetsvoorstel nog niet aan deze vier voorwaarden voldoen:
- De noodzaak van de voorgestelde bevoegdheden is nog onvoldoende onderbouwd.
- De voorgestelde nieuwe bevoegdheden zijn onvoldoende kenbaar en voorzienbaar voor mensen.
- De inzet van de voorgestelde nieuwe bevoegdheden is met onvoldoende waarborgen ter bescherming van de rechten van mensen omkleed.
- Er is nog geen sprake van daadwerkelijk effectief en onafhankelijk toezicht op de diensten.
Nieuwe bevoegdheden diensten
Het wetsvoorstel biedt de diensten de mogelijkheid om grote hoeveelheden persoonsgegevens van mensen in bulk te onderscheppen en te analyseren. Ook biedt het de diensten expliciet de mogelijkheid om apparatuur van mensen te hacken om zo toegang te krijgen tot apparatuur van concrete doelwitten.
In de praktijk betekent dit dat de diensten informatie afkomstig van apparatuur van mensen mogen gebruiken en malware op die apparatuur mogen plaatsen om zo hun eigenlijke doelwit te bereiken.
Daarnaast biedt het wetsvoorstel de diensten ruime mogelijkheden om onderschepte gegevens uit te wisselen met andere partijen. Zo kunnen zij ook zogeheten niet-geëvalueerde gegevens verstrekken aan buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten, waarbij van tevoren niet duidelijk is welke informatie van mensen precies wordt verstrekt.
Ministers
De AP heeft haar reactie op het wetsvoorstel behalve aan de Tweede Kamer ook gestuurd aan de vier ondertekenaars van het wetsvoorstel: de minister-president, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Defensie en de minister van Veiligheid en Justitie.
Publicaties
- Wetgevingsadvies / 15 december 2016DownloadenPDFAP reactie wetsvoorstel Wiv