AP biedt duidelijkheid over direct marketing

De Autoriteit Persoonsgegevens heeft uitgebreide informatie over de spelregels rond direct marketing op haar website gepubliceerd. Op deze manier biedt de AP duidelijkheid over welke gevolgen de regels uit de nieuwe Europese privacywetgeving hebben op het benaderen van klanten.

Wil een organisatie persoonsgegevens als namen, adressen en geboortedata verzamelen en gebruiken voor direct marketing? Dan is hiervoor in de meeste gevallen toestemming nodig van de persoon van wie de gegevens verzameld worden.

Voorzitter Aleid Wolfsen: ‘Het kan onbehagelijk zijn als direct marketeers allerlei informatie over je hebben. De AP merkt dat mensen daar vragen over stellen: hoe komen ze aan die gegevens over mij? Voor de AP is de handel in data één van de speerpunten in het toezichtskader voor 2018 en 2019.’

AVG stelt strengere eisen

Sinds 25 mei 2018 geldt de nieuwe privacywetgeving, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De AVG stelt strengere eisen aan de benodigde toestemming dan de vorige privacywet. Mensen moeten vrij zijn in het geven van de toestemming.

Volgens de wet moeten de organisaties hiervoor in begrijpelijke taal communiceren. Mensen moeten ook echt weten wat er met hun gegevens gebeurt. Alleen op deze manier kunnen zij kiezen of zij wel of geen direct marketing willen ontvangen.

Altijd wettelijke grondslag nodig

Voor het verzamelen van persoonsgegevens die later worden gebruikt voor direct marketing, is altijd een wettelijke grondslag vereist. Wil een webwinkel bijvoorbeeld een pakje laten thuisbezorgen? Dan is het noodzakelijk om het adres van de klant te verzamelen om het pakje  te laten bezorgen. Als de webwinkel de verzamelde persoonsgegevens vervolgens wil gebruiken voor direct marketing, dan gelden daar regels voor.

Winkelend publiek