Wetsvoorstel over verplichte medische test voor vreemdeling schiet tekort
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft bezwaar tegen het voorstel voor de Wet testen bij vertrek. Met deze wet wil het kabinet vreemdelingen kunnen verplichten om zich bij hun uitzetting te laten testen op besmettelijke ziektes. De AP adviseert het wetsvoorstel niet door te zetten, tenzij het op een aantal punten duidelijker wordt.
De verplichting tot een medische test kan gaan gelden als het land van herkomst van een vreemdeling zo’n onderzoek verlangt, bijvoorbeeld om corona uit te sluiten. Tijdens de pandemie bleek het volgens het kabinet onmogelijk om sommige mensen Nederland uit te zetten, omdat zij een coronatest weigerden. Als het land van herkomst een negatieve testuitslag als voorwaarde stelde, konden die mensen dus dat land niet in.
Hoewel de coronapandemie voorbij is, kunnen er nieuwe coronavarianten of andere (besmettelijke) ziektes ontstaan, met bijbehorende reisvoorwaarden. Daarom wil het kabinet het met een nieuwe wet mogelijk maken om vreemdelingen bij uitzetting te verplichten tot een medisch onderzoek, als hun land van herkomst een dergelijk onderzoek verlangt.
Niet ingrijpender dan nodig
Zo’n verplicht medisch onderzoek moet wel proportioneel zijn. Het moet in redelijke verhouding staan tot het beoogde doel, namelijk het vaststellen of iemand een besmettelijke ziekte heeft. Het medisch onderzoek mag dus niet ingrijpender zijn dan strikt noodzakelijk.
Een land van herkomst kan wel voorwaarden stellen aan de manier waarop een lichamelijk onderzoek voor vertrek uit Nederland wordt gedaan, maar die voorwaarden mogen alleen worden opgevolgd als ze proportioneel zijn. Dit punt dient duidelijk te worden opgenomen in het wetsvoorstel.
"Het is misschien voorstelbaar dat een land wil weten of iemand een virus heeft zoals corona, maar een lichamelijke test bij zo’n persoon moet niet ingrijpender zijn dan noodzakelijk" zegt AP-vicevoorzitter Monique Verdier. "Als testen kan door met een wattenstaafje in de neus en de keel wat slijm af te nemen, dan is het niet redelijk om te verlangen dat iemand een uitgebreid bloedonderzoek ondergaat. De lichamelijke integriteit van mensen staat voorop."
Meer duidelijkheid over omgang met persoonlijke gegevens
Daarnaast moet het wetsvoorstel beter duidelijk maken wat er gebeurt met de persoonlijke informatie van geteste personen. De wetgever heeft het wel over het tijdig verwijderen van de gegevens, en over het vaststellen van wie precies de gegevens mogen inzien, maar is hierbij te weinig specifiek.
Verdier: "Gegevens over iemands gezondheid zijn bijzonder privacygevoelig. Er moet uiterst zorgvuldig mee worden omgegaan. Daar hebben mensen recht op. Daarom moet het wetsvoorstel beter."